Klankkleuren - een ontdekkingsreis

Ons mooie orgel bestaat uit een mechaniek, een windsysteem en een kleine 900 pijpen van verschillende materialen. De tijdgeest waarin het orgel is gebouwd vroeg van de bouwer om een accent op het aanbieden van goede ondersteuning

voor de gemeentezang. Hoe de opdrachtformuliering er precies heeft uitgezien, weten we niet. Er zal ook de nodige mondelinge communicatie zijn geweest op basis waarvan Hendrik Hermanus Hess keuzes heeft gemaakt. Wellicht is hem ingefluisterd dat er toch ook muziek van toen bekende en populaire componisten op gespeeld zou moeten worden.

Los daarvan had Hess ook referenties in zijn hoofd als het orgel van de Sint Jan in Gouda, dat een onmetelijke klankschoonheid kent, opgebouwd uit individueel al fantastisch klinkende registers. Varieren in klank is op een dergelijk orgel zeer goed te doen. En dat geldt ook voor het veel kleinere Hess-orgel in de Oudshoornse Kerk. Kennelijk heeft Hess er zijn best op gedaan om de organisten niet alleen de mogelijkheid te geven om degelijk en passend de gemeentezang te begeleiden: de combinaties waarin de registers te gebruiken zijn, leveren een enorm uitgebreid kleurenpalet op. Klankkleuren dus.

Als je als een van de vaste organisten van de Oudshoornse Kerk het orgel mag bespelen, ben je een bofkont. Als je er al wat langer speelt, denk je het orgel goed te kennen en voel je je comfortabel in het kiezen van de verschillende registraties. Maar daar ligt wel een risico op de loer... Voor je het weet denk je alle combinaties wel te kennen. En laat dat nou net even niet kloppen! Ik werd er zelf mee geconfronteerd toen de organist van de Roder Jongenskoor, Sietze de Vries, aan de slag ging met het begeleiden van zowel het koor als het aanwezige publiek.

Het was wat je noemt ‘volle bak’, ik denk dat er al gauw 400 man in de kerk zat. En ik merkte al gauw dat er registercombinaties voorbijkwamen waar ik zelf nooit eerder aan gedacht had. Met minder registers ‘open’ dan ik dacht dat zinvol zou zijn, was het orgel een massieve steunpilaar onder Adventsgezang zoals ik het nog niet eerder gehoord had. Het slimme gebruik van de Bourdon 16’ op het hoofdmanuaal, in combinatie met de heldere Sesquialter op het bovenmanuaal bleek hier de sleutel te zijn.

Ik was er zelf nog niet op gekomen en werd wel even wakker geschud. Dan denk je dat orgel te kennen....... Het was het begin van een nieuwe en eindeloze ontdekkingsreis naar klankkleuren die je kunt ‘maken’ met de eerbiedwaardige, oude pijpen van Hendrik Hermanus Hess.

2015 mei

Ad Hesseling